Om het risico op musculoskeletale aandoeningen (MSA) te kunnen bepalen tijdens een professionele handeling, is het belangrijk om de professionele handeling op de juiste manier te gaan bestuderen. Vanuit de literatuur zijn er verschillende condities beschreven die bepalen of een professionele handeling een risico inhoudt of niet. De condities die bijdragen tot een verhoogd risico op MSA noemen we de risicofactoren. Enkele voorbeelden van deze risicofactoren zijn herhaaldelijke bewegingen, onvoldoende hersteltijd, lang stilzitten, roteren of draaien van rug tijdens tillen van lasten, te zware lasten tillen en trillingen. De risicofactoren kunnen grotendeels ingedeeld worden in zes groepen: statische houdingen, repetitieve bewegingen, kracht, tijdsaspecten, omgevingsfactoren en trillingen.
Om een inschatting te kunnen maken van het risico tijdens een professionele handeling zijn risicotools ontwikkeld. Deze gaan de professionele handeling analyseren aan de hand van enkele factoren en bepalen zo of er een aanpassing nodig is aan de werkplek of niet. Het aantal beschikbare risicotools is zeer groot en elk van deze tools analyseert een specifieke combinatie van risicofactoren, zo zal bijvoorbeeld de ene tool wel rekening houden met tijdsaspecten en de andere tool niet.
De risicotools kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën. Een eerste manier van opsplitsen is naargelang de specifieke taak die ze analyseren. Zo heb je risicotools die trek- en duwtaken analyseren (bv. Snook tabellen of KIM trekken/duwen), maar ook specifieke tools voor heffen en tillen (bv. NIOSH tilnorm of MAC tool), repetitieve hand- en armtaken (bv. RULA of ART) en statische houdingen (bv. KIM statische houdingen). In tegenstelling tot deze risicotools voor één specifieke taak heb je ook risicotools die proberen een analyse te maken van de hele werksituatie en dus verschillende taken gaan combineren (bv. EAWS). We hebben hier enkele voorbeelden bijgeschreven, maar het aantal risicotools dat kan teruggevonden worden is zeer groot.
Naast een indeling op basis van de taak die je uitvoert, kunnen risicotools ook ingedeeld worden aan de hand van de vaardigheden die je nodig hebt om de taak juist te gaan analyseren. Je hebt eenvoudige risicotools die enkel een beperkte screening gaan doen (bv. KIM en ART), je hebt meer complexe risicotools die de beweging meer in detail gaan analyseren (bv. NIOSH en OCRA) en je hebt de tools op expertise niveau die specifiek moeten uitgevoerd worden door iemand met ervaring in ergonomie (bv. OWAS en RULA).
Wanneer je een risicotool uitgevoerd hebt, zal deze aangeven of je in een lage risicozone op MSA zit en er dus bijgevolg geen aanpassingen aan de werkvloer nodig zijn of zal deze aangeven dat je in een hogere risicozone zit en er dus verder onderzoek/aanpassingen nodig zijn. De risicotool zelf zal niet aangeven welke aanpassingen je kan doen aan de werksituatie zelf of welke hulpmiddelen je zou kunnen gebruiken. Binnen dit project zullen we vooral focussen op externe hulpmiddelen, met name exoskeletten en sensoren. Uiteraard is het belangrijk om eerst in te zetten op aanpassingen op de werkvloer, zoals de werkhoogte aanpassen, juiste tiltechnieken aanleren, meer of langere rustpauzes inlassen en het gebruik van werkvloer specifieke hulpmiddelen (bv. tillift voor patiënten in een ziekenhuis).