Een sensor meet fysieke omstandigheden op, zoals bijvoorbeeld spieractiviteit of snelheid. De data wordt automatisch opgenomen en doorgestuurd om uitgelezen en geanalyseerd te worden. In het kader van het ‘Sense to eXion’-project kunnen sensoren op 2 manieren worden ingezet.
Enerzijds kunnen sensoren gebruikt worden voor het analyseren van fysieke beroepsactiviteiten. Hiervoor wordt binnen het project gebruik gemaakt van IMU’s en EMG-sensoren. IMU is de afkorting voor Inertial Measurement Unit. Een IMU is een draagbaar apparaatje dat bestaat uit verschillende sensoren, met name een accelerometer, een gyroscoop en (meestal) een magnetometer. Met deze IMU’s kunnen de gewrichtshoeken en de beweging van het lichaam opgemeten worden. EMG staat voor electromyografie. Met EMG-sensoren wordt de elektrische activiteit van de spieren opgemeten, waardoor we kunnen inschatten hoe hard een spier moet werken tijdens een bepaalde taak.
Dankzij de combinatie van beide types sensoren kunnen we een grondige analyse doen van een bepaalde beroepsactiviteit. Deze analyse kan zowel zonder hulpmiddel als met hulpmiddel uitgevoerd worden om zo het effect van het hulpmiddel te bestuderen.
Anderzijds kunnen sensoren ook ter preventie van musculoskeletale aandoeningen ingezet worden. Zo kunnen ze gebruikers directe feedback geven bv. om de gebruiker aan te moedigen om beter rechtop te zitten (door te trillen bij een slechte houding). Ze kunnen bv. ook een waarschuwing geven wanneer een bepaald niveau van belasting bereikt is en het tijd is om pauze te nemen.